Risicobereidheid: we hebben iets uit te leggen

Fervente zekerheidszoekers kunnen tegenwoordig de gekste garanties krijgen: naast de bekende zon- of sneeuwgaranties, kun je ook een walvis-of een berggorillagarantie bestellen bij je vakantie. Of een naald-vast-garantie bij je kerstboom, een ‘gas-los-garantie’ op je CV-ketel, een bloei- en groeigarantie op je bloembollen of juist een niet-bloeigarantie op de bamboe in je tuin… Voor pensioenen weten we dat garanties niet altijd te realiseren zijn. Gelukkig komen de conclusies van talrijke gedragsonderzoeken ons te hulp. Deelnemers blijken veel minder afwijzend te staan tegenover pensioenrisico’s dan gedacht. Maar: dan moeten ze wel begrijpen waarom die risico’s nodig zijn. En voor dát zover is moeten er nog heel wat misverstanden worden opgehelderd.

Portret Peter Zegwaart

Onderzoeker Peter Zegwaart ziet steeds weer dat mensen best begrip hebben voor risico’s of andere lastige situaties, als ze maar snappen wat het probleem is. Als ze weten dat er met hun geld belegd moet worden om er meer van te kunnen maken, begrijpt iedereen dat daar risico’s aan verbonden zijn. En als deelnemers zien dat meer risico de kans op een hoger pensioen vergroot, stijgt de risicobereidheid snel. Twee derde neemt dan beperkte tussentijdse fluctuaties op de koop toe. Slechts een derde wil dit risico afbouwen naarmate de pensioendatum nadert.

Risicobereidheid amper gebonden aan opleiding, leeftijd, cultuur of sociale klasse

Zegwaart: ‘Uit bijna al mijn onderzoeken komt naar voren, dat er maar weinig structurele verschillen bestaan in risicobereidheid tussen groepen mensen. De keuze voor bijvoorbeeld een grote zekerheid en dan maar een lager pensioenbedrag heeft veel meer te maken met karaktereigenschappen van het individu, dan in demografische of economische kenmerken. Er zijn wel verschillen tussen deelnemers met een hogere en een lagere opleiding, maar die zijn minder groot dan je zou verwachten. Wat wel opvalt: vrouwen zijn structureel risicomijdender dan mannen. En deelnemers in een ondernemingspensioenfonds laten vaker een grotere risicobereidheid zien dan deelnemers in een bedrijfstakpensioenfonds. Dat heeft vooral te maken met het grotere vertrouwen in en sterkere band met zo’n opf.

Jongeren, tot zo’n 35 jaar kiezen verrassend vaak voor zekerheid. Dat doen ze omdat de toekomst in hun ogen ongewis is: wat gaat er met de AOW gebeuren, zijn er straks nog wel voldoende mensen om hun pensioen te betalen, zijn de beleggers wel te vertrouwen?  Een onzekere toekomst met een onzeker pensioen, waar ze zelf geen enkele invloed op hebben, is in de ogen van die jongeren teveel van het goede. Liever een zeker, maar lager pensioen dan mogelijk helemaal geen pensioen, redeneren ze. En dat is jammer, omdat juist jongeren met hun lange beleggingshorizon zoveel mogelijk risico zouden moeten nemen!

Het goede nieuws is: we kunnen mensen voor een groot deel geruststellen. De werkelijkheid is veel positiever dan de meesten denken. Het slechte nieuws: ze geloven niet (meer zomaar) wat pensioenfondsen zeggen.

Veel misverstanden

Veruit de meeste deelnemers hebben geen idee wat er met hun premie gebeurt. En dat is een gewillige voedingsbodem voor partijen die graag het beeld schetsen dat onze pensioenpotten onbeheerd op straat liggen en dat iedereen hierin mag graaien, behalve de deelnemers zelf. Het woord ‘korten’ werkt inmiddels als een rode lap op een stier.

Het goede nieuws is: we kunnen mensen voor een groot deel geruststellen. De werkelijkheid is veel positiever dan de meesten denken. Het slechte nieuws: mensen geloven niet (meer zomaar) wat pensioenfondsen zeggen. De onzekerheid en de wilde verhalen die de laatste jaren in de media en de politiek de ronde doen, hebben het vertrouwen in de pensioensector ernstig geschaad. Opvallend is wel, dat het eigen pensioenfonds in verhouding toch nog behoorlijk veel vertrouwen krijgt, aanzienlijk meer dan dat in het pensioenstelsel in Nederland.

 

Meestal is de boosheid over pensioen gebaseerd op enorme misverstanden. Zo denken veel mensen:

  • dat met hun premie het pensioen van de huidige gepensioneerden betaald wordt.
  • dat hun pensioenpremie op een spaarrekening wordt gezet en dat zij blij mogen zijn als ze hetzelfde bedrag terugkrijgen, als ze met pensioen gaan.
  • dat met hun inleg enorme salarissen aan bestuurders worden betaald, die onnodige risico’s nemen met hun pensioen.
  • dat zij door slechte beleggingsresultaten hun hele pensioen kunnen kwijtraken.
  • dat er voor hen, als zij met pensioen gaan, niets meer over is.

Liever collectief en solidair, dan individueel

Een collectieve aanpak heeft nog steeds de voorkeur van zo’n 90%, net als het delen van vooral de beleggings- en langlevenrisico’s door solidaire afspraken. Individuele pensioenpotten worden eerder als een last gezien dan als een lust. Mensen vinden dit te moeilijk en ervaren het als vervelend om zich te moeten verdiepen. Een bedrag van 100.000 euro in hun eigen pensioenpot zegt hen weinig als ze niet weten hoeveel pensioen hen dat straks per maand zal opleveren en wat ze ervoor kunnen kopen. De ervaringen met beschikbare premieregelingen laten zien, dat deelnemers bijna altijd kiezen voor de default of de middencategorie van het risicoprofiel. Daarom is het zo belangrijk dat pensioenfondsen een default- of gemiddeld risicoprofiel aanbieden, dat goed past bij de risicobereidheid van de deelnemerspopulatie. Als de keuze voor een risicoprofiel eenmaal is gemaakt blijft die meestal ook zo. Een individuele regeling gaat dus niet vanzelf leiden tot meer betrokkenheid of keuzeactiviteit.

Het nieuwe pensioenakkoord maakt de situatie helaas niet bepaald stabieler. Als de dekkingsgraad van een fonds onder de honderd komt, wordt er direct gekort. Boven de 100 procent wordt er standaard geïndexeerd. Het pensioen wordt dus veel bewegelijker. De heftigheid van de reacties op het voornemen om te korten doet het ergste vrezen voor het draagvlak straks!

Deelnemers willen na hun pensionering vooral verder kunnen leven zoals ze gewend zijn. Daar hebben ze hard voor gewerkt en mensen zien dat bijna als een verworven recht. Een kleine tegenvaller in de hoogte van het pensioen zeggen de meesten wel te kunnen opvangen, zeker als daar op langere termijn behoud van koopkracht tegenover staat.

Opvallend is wel, dat het eigen pensioenfonds ondanks alles toch nog behoorlijk veel vertrouwen krijgt.

‘Geef deelnemers pensioenles!’  

Zegwaart betreurt het dat de meeste pensioenfondsen eigenlijk nooit goed hebben uitgelegd wat ze doen. ‘De pensioensector heeft tientallen jaren een soort rookgordijn in stand gehouden tussen hen en de deelnemers’, zegt hij. ‘Het leek lang ook niet zo nodig om deelnemers lastig te vallen met die ingewikkelde pensioenkost. Ze waren er niet erg in geïnteresseerd, hadden weinig te kiezen en de vooruitzichten waren zeer rooskleurig. Pas toen lage rentestanden en hoge levensverwachtingen de verhouding tussen debet en credit langdurig onder druk zetten, werd duidelijk dat er ook risico’s verbonden zijn aan zo’n riant pensioen.

Pensioenfondsen moeten daarom echt beter gaan uitleggen wat zij doen’, vindt Zegwaart. ‘Zet de feiten op een rij: wat zijn de misverstanden en hoe zit het wel? Niet één keer, maar steeds weer opnieuw. Gedoseerd en in korte, eenvoudige statements. Zoals: ‘Wat doen wij met uw pensioenpremie? Waarom doen wij dat en wat zijn de risico’s daarbij? Leg uit dat je als deelnemer iedere ingelegde euro bij je pensioen in drie- of viervoud terugkrijgt. Wat gebeurt er als pensioenfondsen moeten korten? Over hoeveel geld hebben we het dan?’ Op deze manier kun je proberen de schade in het vertrouwen zoveel mogelijk te repareren en de deelnemer ervan overtuigen dat zijn pensioenfonds verstandig omgaat met risico’s.’

Portret Peter Zegwaart

Peter Zegwaart doet al ruim 40 jaar gedragsonderzoek in de financiële sector. Hij heeft een aanpak ontwikkeld, waarmee hij nu al voor zo’n 60 pensioenfondsen de risicobereidheid van deelnemers en gepensioneerden in beeld heeft gebracht.

Dit artikel is geschreven vlak voor het coronavirus ons dagelijks leven in de greep kreeg, maar nog steeds (of misschien juist) heel actueel. Want de coronacrisis heeft voor flinke klappen op de financiële markten gezorgd. Een voorbeeld van het beleggingsrisico dat onlosmakelijk met pensioen verbonden is.