ESG voor landen: de koopman en de dominee

Vrijwel elk pensioenfonds heeft het: een lijstje met landen waarin niet wordt belegd. Deels zijn dat voor de hand liggende staten, maar de laatste tijd is de discussie rond staatsobligaties in beweging gekomen, zeker ook door de Russische inval in Oekraïne. Hoe bepaal je dan je koers, in het kielzog van de geopolitieke storm? Hanna Spanier, ESG-adviseur bij Blue Sky Group, schetst hoe de koopman en de dominee samen naar een balans zoeken.

Wat is er veranderd bij het al dan niet uitsluiten van landen?

“We komen uit een situatie waarin er alleen landen werden uitgesloten als er sancties werden afgekondigd vanuit de EU of de VN. Maar door de Russische inval in Oekraïne zijn er vraagstukken op de bestuurstafel terechtgekomen die vragen om een eigen norm en een helder kompas. Het is veel politieker geworden. De westerse wereld is op allerlei manieren behoorlijk afhankelijk van landen waarop zij tegelijkertijd kritiek heeft. Dat leidt als het om sancties gaat tot een diffuus beeld. We stoppen niet direct en volledig met de import van Russisch gas omdat we op de korte termijn eenvoudig geen alternatief hebben. En in plaats daarvan krijgen we vloeibaar gas uit de VS, dat voor het overgrote deel uit schaliegas bestaat. Terwijl Nederland zelf niet naar schaliegas wil boren omdat het slecht is voor het milieu. Een ander onderwerp is de wapenindustrie, die veel pensioenfondsen uitsluiten in hun beleggingsbeleid, maar die tegenwoordig in de hoogste versnelling draait en door de situatie in Oekraïne ook weer meer geaccepteerd wordt. In dat spanningsveld moeten we opereren.”

Hoeveel impact heeft het uitsluiten van landen?

“Voor veel uitgesloten landen op de lijstjes geldt dat de impact gering is. In de praktijk zou je toch al niet snel in die landen beleggen, dus als je besluit om ze uit te sluiten, dan heeft dat nauwelijks invloed op de portefeuille. Denk aan ontwikkelingslanden of landen die politiek heel instabiel zijn.  We hebben recentelijk Afghanistan op de uitsluitingenlijst geplaatst, maar dat heeft geen directe impact en leidt niet tot veranderingen in de portefeuille, omdat de fondsen toch al niet in staatsobligaties van dat land belegden. Ook voor Rusland valt het in relatieve zin mee. Sinds de annexatie van de Krim door Rusland in 2014 gelden er al sancties die de beleggingsmogelijkheden in Rusland beperken. Daarom was al eerder besloten om niet meer in Russische staatleningen te beleggen. De Nederlandsche Bank heeft berekend dat Nederlandse pensioenfondsen ongeveer 5 miljard euro aan Russische aandelen en obligaties bezitten, ongeveer 0,3 procent van het totale pensioenvermogen.

De vraag bij uitsluitingen is vervolgens ook: kun je er snel vanaf?

“Dat is niet altijd eenvoudig. Zoals Willem Elschot al schreef in “Het Huwelijk”, zijn beroemde gedicht: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”. Rusland kan weer als voorbeeld dienen. Iedereen wil af van Russische aandelen, maar niemand wil ze hebben, er is domweg geen koper, ze zijn dus niet verhandelbaar. En er kan ook sprake zijn van door de overheid opgelegde verplichtingen, waarbij je eenvoudig niet mág handelen, dus blijf je ermee zitten. Consequentie is dat er geen actueel beeld is van de werkelijke waarde. Pensioenfondsen hebben trouwens geen belang bij incidentenpolitiek, waarbij landen of bedrijven het ene jaar op duurzaamheidsindexen worden opgevoerd en er een jaar later weer vanaf gaan. We kijken bij voorkeur naar de lange termijn en dat ad hoc pingpong-gedrag is ook erg duur, door de extra kosten van aan- en verkopen. Als een land steeds heen en weer gaat, kun je het er dus maar beter helemaal uit laten. Dat is een belangrijke overweging bij de keuze welke indexen je volgt of de keuze om een eigen maatwerkindex samen te stellen als de bestaande indices onvoldoende aansluiten bij het eigen beleid.”

Moet je ESG-criteria, ook voor landen, niet wereldwijd op dezelfde manier toepassen?

“Eigenlijk wel. Maar in de politiek werkt het anders, en ook in de samenleving. Hoe dichterbij, hoe erger we het vinden. Nederland is bereid om grote aantallen Oekraïense vluchtelingen op te nemen, maar vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Afrika leven al jaren in mensonterende omstandigheden in vluchtelingenkampen op bijvoorbeeld Griekse eilanden. Dat wringt. Het zou zo moeten zijn dat je generiek beleid ontwikkelt voor wat je wel en niet doet. Het zou niet mogen uitmaken hoe ver weg een probleem zich afspeelt.”

Want in China gebeurt ook van alles waar we het in Nederland niet mee eens zijn.

“Het is een lastige afweging, waar we nu wel over nadenken. Vorig jaar hebben we al besloten om niet meer in Chinese staatsleningen te beleggen vanwege mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren in Xinjiang. Stel dat China zijn “afvallige provincie” Taiwan annexeert, nemen we dan dezelfde soort beslissingen als in het geval van Rusland en Oekraïne? Komen we in een nieuwe koude oorlog met twee of drie machtsblokken zodat je weet waarin je wel en niet belegt? Er zijn ook veel landen die wel zaken blijven doen met Rusland, zoals India. Wat doe je daar dan mee? Er is daarnaast een trend naar deglobalisering, landen willen minder afhankelijk worden en halen productie terug binnen de eigen grenzen. Je zag dat al op gang komen door de coronapandemie en  de oorlog in Oekraïne versterkt vervolgens die ontwikkeling flink. En als je beter voor jezelf kunt zorgen, op een meer duurzame manier, dan kan dat vervolgens gepaard gaan met een strikter uitsluitingenbeleid. Een mogelijkheid is dan om ESG-voorkeuren uit te drukken in Sustainable Development Goals en op basis hiervan beleid verder te ontwikkelen.’”

Pensioenfondsen kunnen ook een specifieke reden hebben om landen uit te sluiten.

“Ja, een duidelijk voorbeeld is PNO Media, dat niet belegt in staatsobligaties van landen die zeer slecht presteren op het terrein van persvrijheid. Het fonds baseert zich hierbij op de World Press Freedom Index en sluit de staatsobligaties van landen uit die een zeer slechte totaalscore op deze index hebben, aangevuld met landen die in het afgelopen jaar ernstige incidenten en schendingen van persvrijheid kenden. Op basis daarvan staan ook belangrijke landen als China, Egypte, India, Mexico, Saoedi-Arabië, Singapore, Turkije en Vietnam op de uitsluitingenlijst van PNO Media.”

Naast staatsobligaties heb je ook staatsbedrijven. Wat doen pensioenfondsen daarmee?

“Dat is een lastig onderwerp. Bij het uitsluiten van landen richten we ons nu alleen op staatsobligaties, maar we gaan dat uitbreiden naar staatsbedrijven. En in landen als Rusland en China heb je heel erg veel staatsbedrijven; de verwevenheid van overheid en bedrijfsleven is groot. Maar wat is de definitie van staatsbedrijven en hoe monitor je hun activiteiten? Dat is een zoektocht: wanneer spreek je van een staatsbedrijf, hoe liggen de eigendomsverhoudingen, wie heeft de feitelijke macht, hoe komen we aan de data die we nodig hebben? Zijn daar data over? Met die vragen zijn we nu bezig. “

En dan zijn er de multinationals die wereldwijd actief zijn, ook in landen die je wilt uitsluiten.

“Een voorbeeld is Unilever, dat actief is in Myanmar, een land dat op veel uitsluitingenlijsten staat.  Onze engagement manager heeft Unilever de vraag voorgelegd waarom het bedrijf daar nog actief is. Het antwoord: we steunen kleinschalige boeren op het platteland, zodat zij niet de dupe worden en willen dat de lokale bevolking in haar levensonderhoud en basisproducten kan blijven voorzien. Ik wil er maar mee zeggen dat het zeer gecompliceerd is en dat het bijna niet te doen is om tot in het kleinste detail uit te zoeken. Je wil ervoor zorgen dat je niet de verkeerde straft maar het moet ook praktisch uitvoerbaar zijn.”

Wat is de conclusie, aan het eind van de dag?

“Het is steeds zoeken naar de balans: ben je de koopman of de dominee? Aan de ene kant willen pensioenfondsen rendement behalen, en daarbij hun risico beheersen door te diversifiëren. Maar aan de andere kant: goed risicobeheer gaat verder dan spreiding. Verwerpelijke praktijken brengen namelijk financiële en reputatierisico’s met zich mee. Pensioenfondsen hebben hun eigen ethische kompas: waar trek je de grens, hoe hoog leg je de lat? En fondsen beheren het geld van hun deelnemers, die er ook een mening over hebben en in toenemende mate verlangen dat fondsen hun beleid goed kunnen uitleggen, ook als het gaat om hun landenbeleid. Pensioenfondsen die zich daaraan onvoldoende gelegen laten liggen, stellen zich bloot aan een flink reputatierisico. Ze moeten dus aan de slag met die praktische en ethische vraagstukken en hun ESG-beleid voor landen naar een volgende fase brengen.”

 

vrouw met bruin haar kijkt naar de camera
Hanna Spanier

ESG adviseur