De verantwoordelijkheden zijn op hoofdlijnen verdeeld

Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moeten veel besluiten worden genomen. Het meest voor de hand liggende besluit is natuurlijk voor welk contract wordt gekozen: wordt het de flexibele premieregeling of de solidaire premieregeling? Vervolgens moeten andere belangrijke vragen worden beantwoord. Wordt er ingevaren, hoe hoog wordt de premie, hoe worden groepen deelnemers gecompenseerd voor de nadelen van de uitwerking van de nieuwe regeling en wanneer vindt de transitie plaats?

Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moeten veel besluiten worden genomen. Het meest voor de hand liggende besluit is natuurlijk voor welk contract wordt gekozen: wordt het de flexibele premieregeling of de solidaire premieregeling? Vervolgens moeten andere belangrijke vragen worden beantwoord. Wordt er ingevaren, hoe hoog wordt de premie, hoe worden groepen deelnemers gecompenseerd voor de nadelen van de uitwerking van de nieuwe regeling en wanneer vindt de transitie plaats?

De verantwoordelijkheden zijn verdeeld

Bij deze besluiten zijn verschillende partijen betrokken: sociale partners, het pensioenfonds en de fondsorganen. In de conceptwetgeving zijn de verantwoordelijkheden verdeeld. Sociale partners bepalen het soort contract en de hoogte van de premie. Zij nemen een besluit over invaren, beantwoorden het compensatievraagstuk en nemen een standpunt in over het transitiemoment.

Wanneer sociale partners een besluit hebben genomen, geven zij aan het bestuur van het pensioenfonds vervolgens de opdracht tot uitvoering van de nieuwe pensioenovereenkomst, inclusief het verzoek om de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten in te varen. Sociale partners bepalen bovendien het transitiemoment.

Het bestuur aan zet

Het bestuur van het pensioenfonds beoordeelt de opdracht van sociale partners onder andere op uitvoerbaarheid en evenwichtigheid alvorens deze te aanvaarden. Vervolgens schetst het bestuur kaders voor de invoering en faciliteert dit. Een andere belangrijke taak van het bestuur is het bepalen van de risicohouding en de vertaling daarvan naar een risicoverdeling per leeftijdscohort. Ook bepaalt het bestuur de methode van invaren.

Overlapping

In de praktijk zal de taakverdeling niet zo strikt gescheiden zijn. In de conceptwetgeving zoals die nu bekend is zijn veel verantwoordelijkheden verdeeld, maar er is ook sprake van overlapping. De keuzes die moeten worden gemaakt hangen onderling met elkaar samen en de wet is niet altijd duidelijk hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld.

Afstemming is het toverwoord

In combinatie met de strakke planning (zie ook het onderdeel planning) tot het moment dat de eerste besluiten moeten worden genomen is afstemming het toverwoord. Om te voorkomen dat het bestuur de uitvoeringsopdracht van sociale partners niet of alleen in gewijzigde vorm aanvaardt, is het noodzakelijk dat partijen tijdig en proactief met elkaar overleggen. Zij moeten vooraf bedenken wat er allemaal moet gebeuren zodat zij via een iteratief proces tot afspraken komen die door beide partijen worden gedragen. Het

pensioenfondsbestuur kan de voorwaarden en kaders voor de uitvoerbaarheid, zoals bijvoorbeeld rekenkundige uitgangspunten, vooraf delen met sociale partners zodat die daarmee rekening kunnen houden bij de besluitvorming.

Wie besluit waarover?

Dit overzicht geeft op hoofdlijnen weer wie verantwoordelijk is voor welke onderdelen van de besluitvorming. Dat zijn achtereenvolgens de sociale partners, het bestuur van het pensioenfonds en de fondsorganen.

Sociale partners

Sociale partners zijn in het algemeen verantwoordelijk voor de besluitvorming over de arbeidsvoorwaarde pensioen. Dat betekent in het kader van de nieuwe wetgeving dat ze verantwoordelijk zijn voor de keuze van het contract.

Keuze contract

Er dient een keuze te worden gemaakt tussen twee vormen van premieovereenkomsten: de solidaire premieregeling of de flexibele premieregeling, inclusief de pensioendoelstelling.

Invaren

Het uitgangspunt is dat sociale partners het pensioenfonds verzoeken de waarde van de bestaande pensioenaanspraken en -rechten collectief over te brengen naar de gewijzigde pensioenregeling (invaren). Hiervan kan worden afgeweken als invaren voor belanghebbenden onevenredig nadelige gevolgen heeft.

Compensatie

Ten aanzien van het compensatievraagstuk is de wetgeving niet helemaal duidelijk. Bij de overgang naar het nieuwe stelstel wordt overgegaan op een leeftijdsonafhankelijke premie. Deze premie heeft nadelen voor bepaalde leeftijdscategorieën. Sociale partners zijn verantwoordelijk voor een adequate compensatie van deze nadelen. De keuze welke leeftijdsgroepen gecompenseerd worden, wordt aan sociale partners gelaten.

Keuze pensioenuitvoerder

Sociale partners kunnen besluiten de pensioenregeling bij een andere pensioenuitvoerder onder te brengen: een ander pensioenfonds, een PPI, APF of verzekeraar. Hierdoor wordt het pensioenfonds ‘gesloten’.

Hoorrecht gepensioneerden

Er komt een wettelijk hoorrecht voor verenigingen van gepensioneerden en gewezen deelnemers. Hiermee kunnen de gepensioneerden en slapers hun visie ten aanzien van het invaren kenbaar maken bij sociale partners. Sociale partners kunnen dit mee wegen bij de totstandkoming van het transitieplan.

Transitieplan

De afspraken tussen sociale partners worden vastgelegd in het transitieplan. Formeel wordt het transitieplan opgesteld door de werkgever, maar in de praktijk zal dit door de sociale partners gezamenlijk worden ingevuld.

Het pensioenfonds

Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de volgende onderwerpen met betrekking tot de overgang naar een nieuw pensioencontract.

Opdrachtaanvaarding

Het pensioenfonds toetst de opdracht onder meer op evenwichtigheid, doelstellingen van het pensioenfonds, wet- en regelgeving en beheerste en integere bedrijfsuitvoering.

Risicohouding

Het pensioenfonds stelt de risicohouding voor de leeftijdscohorten vast na overleg met de fondsorganen.

Inrichting bij de solidaire premieregeling

Het fonds neemt verschillende besluiten ten aanzien van de inrichting van de solidaire premieregeling. Het gaat hierbij om bescherming tegen risico’s in de opbouw- en uitkeringsfase. Te denken valt aan rente-, beleggings- en langlevenrisico, de bepaling van projectierendement en spreiding van rendementen.

Solidariteitsreserve

De solidariteitsreserve is een verplicht collectief element in de solidaire premieregeling. Hiermee kunnen pensioenvermogens en -uitkeringen worden aangevuld en kunnen risico’s collectief worden gedeeld. De solidariteitsreserve is onderdeel van het totale vermogen van het pensioenfonds. De technische en financiële inrichting van de solidariteitsreserve behoort tot de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. Het pensioenfonds vult deze taak in conform de doelen die sociale partners hierover meegeven bij de opdrachtverlening.

Inrichting bij flexibele premieregeling

De inrichting van deze regeling geschiedt voor een groot deel conform de huidige wet verbeterde premieregeling. Aanvullend moeten besluiten worden genomen over de solidariteitsreserve en het micro-langlevenrisico.

Transitie-ftk

Als invaren niet op voorhand wordt uitgesloten kan het pensioenfonds gebruik maken van het transitie-ftk. Pensioenfondsen die van het transitie-ftk gebruik willen maken, moeten een overbruggingsplan indienen bij DNB. Zie ook het onderdeel transitie-ftk.

Invaren

Invaren is een speciale vormgeving van een interne collectieve waardeoverdracht   in   het   kader   van   de   overgang   naar   een   nieuwe pensioenregeling. In beginsel kiezen sociale partners en pensioenfondsen voor het invaren van bestaande pensioenaanspraken. Van deze hoofdregel kan, zowel door sociale partners als door het pensioenfonds, worden afgeweken als invaren onevenredig ongunstig uitpakt voor een of meer groepen.

Opdrachtbevestiging

De formele opdrachtaanvaarding moet door het pensioenfonds plaatsvinden door middel van een inhoudelijk onderbouwde opdrachtbevestiging.

Implementatieplan

Het pensioenfonds moet een implementatieplan opstellen. Hierin wordt vastgelegd hoe de uitvoering wordt voorbereid en uitgevoerd. Het implementatieplan gaat onder meer in op de technische uitvoerbaarheid, de kosten, de risico’s en de wijze waarop het pensioenfonds de transitie kan uitvoeren.

Communicatieplan

Het pensioenfonds moet een communicatieplan opstellen. Het communicatieplan is onderdeel van het implementatieplan.

Fondsorganen

Verantwoordingsorgaan en het belanghebbendenorgaan

Het verantwoordingsorgaan en het belanghebbendenorgaan hebben in bepaalde gevallen advies- of goedkeuringsrechten. Zij hebben bijvoorbeeld een adviesrecht ten aanzien van de (gewijzigde) uitvoeringsovereenkomst waaronder mede begrepen de inzet van het vermogen (bij invaren) en het verantwoordingsorgaan krijgt een jaarlijks terugkerend adviesrecht ten aanzien van het overbruggingsplan.

De raad van toezicht

De raad van toezicht krijgt een goedkeuringsrecht ingeval van invaren. Daarnaast blijft de raad van toezicht toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur.

Overigens zal ook het pensioenfonds veelal betrokken worden bij het opstellen van het transitieplan, om bijvoorbeeld berekeningen te leveren voor de verschillende onderdelen die het transitieplan moet bevatten.