Politiek en pensioen: de kunst van het haalbare

De complexe aanloop naar het vernieuwde Nederlandse pensioenstelsel laat zich op allerlei manieren vergelijken met de voorbereiding op een bergexpeditie. Ruud Stegers is vice-voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV), bestuurslid bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP) en vanuit die functie lid van de Stuurgroep Uitwerking pensioenstelsel. Hij schetst de aanloop naar de beklimming en komt uit bij drie sleutelbegrippen: politieke haalbaarheid, beperkte bewegingsruimte én de noodzaak van gezamenlijkheid.

Wat voorafging

In 2018 was ik als bestuurder bij de VCP betrokken bij de later dat jaar stukgelopen onderhandelingen over het pensioenakkoord. De dalende rente werkte ondertussen steeds harder door in de dekkingsgraden, waardoor indexatie alsmaar uitbleef en kortingen dreigden. Hierdoor nam de druk toe om snel tot een concreet resultaat te komen. Toen de onderhandelingen in mei 2019 weer begonnen, was het duidelijk dat veel inhoud onwrikbaar vast lag. Er werd al jaren over gepraat en het was al een opeenstapeling van compromissen voor alle partijen. Niemand voelde ruimte om nog te bewegen zonder het kaartenhuis in elkaar te laten storten. Uiteindelijk hebben we die ruimte gevonden door vooral heel duidelijke doelen te introduceren, zoals de komst van twee contracten, de afschaffing van de doorsneesystematiek (met compensatie) en de verplichtstelling. Zo kon in juni 2019 het pensioenakkoord worden gesloten.

 

Politieke haalbaarheid

Ik heb een achtergrond in IT en Wiskunde en ik ben ook piloot. Ik houd van feiten en passende, volledige oplossingen. En dat sluit niet altijd aan bij hoe zaken in Den Haag lopen. Als technicus ging ik ervanuit dat we het probleem zouden definiëren en de oplossing in kaart zouden brengen, met de voor- en nadelen, om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken. Maar al in 2015 bleek in een werkgroep waar ik onderdeel van was dat dit niet zo simpel werkt. Daardoor realiseerde ik me dat de niet-technische as in Den Haag minstens zo belangrijk is als de techniek. In Den Haag heb je – parallel aan de feitelijke inhoud - te maken met uitstraling, met politieke doelen en agenda’s. In dat krachtenveld moet je een balans vinden. Compromissen zijn trouwens onvermijdelijk als je met zoveel partijen tot iets wilt komen. Het is belangrijk om het resultaat in de context van het proces te beschouwen. Dat is voor een technicus zoals ik soms frustrerend, en niet alleen voor mij.

 

Een olietanker met beperkte bewegingsruimte

Een traject zoals dit is geen normale onderhandeling, maar veel meer een olietanker die gezamenlijk bestuurd wordt. En in de context van wat vooraf is gegaan, met de opeenstapeling van compromissen, is er nauwelijks ruimte voor grote koerswijzigingen of nieuwe inzichten. Vanuit de inhoud en door politieke druk over en weer kan de koers hooguit een beetje worden bijgesteld. Die observatie matcht helaas niet met de verwachting van achterbannen en deelnemers. Naarmate het hele proces dichter bij wetgeving komt, neemt het ministerie steeds meer het roer in handen. Maar ook in de politieke arena kan dan de koers nog maar moeilijk worden verlegd. En aan die wetgeving wordt nu gewerkt, dus de speelruimte neemt verder af.

 

Boetseren aan de invulling

De hoofdwetgeving wordt via de Raad van State, het kabinet en de Tweede en Eerste Kamer uiteindelijk op 1 januari 2023 in de Staatscourant gepubliceerd. Vanaf dat moment wordt het stokje in de estafette doorgegeven aan de werkgevers, werknemers en de fondsen. Het is voor elk fonds zaak om na te gaan hoe de beide contracten uitpakken. Dat hebben de sociale partners nodig om tot afspraken en een transitieplan te komen. Geen generieke invulling, maar een invulling voor dat fonds, met die deelnemers, voor dat bestuur. Het is een kwestie van boetseren aan die invulling: hoe zou dat eruit zien en welk beleid is passend? En als er nieuwe details van de wetgeving bekend worden, kunnen plannen worden bijgesteld, aangepast, bijgeschaafd en opnieuw doorgerekend. Die technische verkenning is een essentiële vervolgstap voor elk fonds: hoe kunnen ze in hun omstandigheden het solidaire contract invullen en hoe het flexibele contract? Ook voor het inzichtelijk maken van de effecten van het invaren is dat noodzakelijk; wat is nu het perspectief voor een deelnemer en hoe verandert dat concreet? Alleen dan kun je een keuze maken.

 

Zoek de gezamenlijkheid, houd de deelnemers aangehaakt

Met alle verschillende belangen bij en meningen over het nieuwe stelsel, en te midden van al dit politieke en technische geweld, is het een niet te onderschatten uitdaging om de deelnemers en de gepensioneerden aangehaakt te houden. Niemand interesseert zich voor pensioen als thema, maar tegelijk vindt iedereen er wat van. We hebben immers te maken met een toenemend individualisme. Mensen zeggen dat ze de premie net zo lief zelf ontvangen, zodat ze voor hun pensioen bijvoorbeeld kunnen beleggen in bitcoins. Met premieregelingen moet je als fonds aantonen waar je het verschil maakt met FlatEx, De Giro of andere hippe platforms. De perceptie is al snel dat een fonds niet meer is dan een vermogensbeheerder. Dat is een bedreiging voor ons solidaire stelsel. Als fonds moet je daarom je meerwaarde actief blijven aantonen, en investeren in het betrokken houden van de deelnemers: nu bij de transitie, maar ook op lange termijn. Dat is in deze tijd cruciaal.

 

De ‘beste’ oplossing bestaat niet

Ik zeg het eerlijk: het pensioenakkoord is niet exact hoe ik het persoonlijk zou hebben gedaan. Maar als het helemaal op ‘mijn’ manier zou zijn gegaan, dan zou daar ook veel kritiek op komen, want de ‘beste’ oplossing bestaat niet. Lastige dossiers zijn er natuurlijk volop. Het invaren uiteraard, en de compensatie. Iedereen is het erover eens dat die er moet komen, maar niemand wil het betalen. Er is dus nog genoeg te doen en the devil is in the details. Straks, wanneer de wetgeving bekend wordt gemaakt, barst de discussie over de precieze uitwerking ongetwijfeld weer in alle hevigheid los.

Maar dit is wat nu haalbaar is in de context van het hele, jarenlange proces daar aan vooraf is gegaan. Je kunt niet iedereen gelukkig maken, hier moeten we het mee doen. Daarom ben ik positief over het akkoord: er liggen goede dingen op tafel, we nemen knelpunten weg en we zijn ergens gekomen. Laat dat onze gemeenschappelijke basis zijn.

 

Ruud Stegers
Ruud Stegers
  • Vice-voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV)
  • Bestuurslid bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP)
  • Vanuit functie VCP lid van de Stuurgroep Uitwerking pensioenstelsel