Een voor allen en allen voor een. Of toch niet?

Pensioenakkoord: de duivel zit in de details

De grote lijnen van het nieuwe pensioenstelsel zijn duidelijk. Maar zoals zo vaak schuilt de duivel in de details. De komende periode liggen er tal van belangrijke ‘details’ op de bestuurstafel. Om bestuurders te helpen bij het maken van de juiste keuzes publiceren we een serie blogs waarin onze transitieversnellers verschillende onderwerpen belichten. In dit blog adviseert Jeroen Röder, Hoofd Pensioen Juridische Adviesgroep, om gepensioneerden binnen de flexibele premieregeling de keuze voor een 'stabiele' uitkering te bieden in plaats van een vaste uitkering om zo de solidariteit van het collectief niet in gevaar te brengen.   

Uitgangspunt bij het sluiten van het Pensioenakkoord is dat deelnemers, gepensioneerden en slapers gezamenlijk invaren in het nieuwe pensioenstelsel. Als drie musketiers trekken ze door dik en dun gezamenlijk op. Het onderstreept de solidariteit die altijd kenmerkend is geweest voor pensioenfondsen. Maar deze solidariteit komt op de tocht te staan als gepensioneerden in de overgang naar het nieuwe stelsel mogen gaan shoppen met hun uitkering.
 

Iedereen in hetzelfde schuitje

Zo nu en dan weerklinkt de wens om de rechten van de gepensioneerden in de aanloop naar het nieuwe stelsel apart onder te brengen. Zij hebben nu een vaste uitkering en hechten aan de zekerheid daarvan. Daarom staan niet alle gepensioneerden per definitie te applaudisseren voor het idee van invaren naar een variabele uitkering. Maar bij invaren lijken gepensioneerden, slapers en deelnemers dus in hetzelfde schuitje te zitten. Een voor allen en allen voor een.
 

Invaren versnelt de transitie

Het invaren betekent een inbreuk op bestaande eigendomsrechten. Kan dit zomaar? Jawel, zo meent de wetgever, want er is sprake van een legitiem doel, namelijk alle bestaande pensioenaanspraken bijeen te houden en zo de transitie binnen afzienbare termijn te realiseren. De snelle beoogde vernieuwing van het pensioenstelsel legitimeert dus de aantasting van het eigendomsrecht. Wordt er niet ingevaren, dan zou de overgang pas na vele decennia worden afgerond. Het is dus collectief invaren of niet invaren. Helder.


Vaste uitkering: een vreemde eend

Toch is de kans aanwezig dat die helderheid tijdens de overtocht plaatsmaakt voor optrekkende mist die het zicht gaat belemmeren. Bijvoorbeeld bij het invaren van bestaande uitkeringen in de flexibele premieregeling. Want het zou zomaar kunnen dat de huidige gepensioneerden bij keuze voor deze premieregeling shoprecht krijgen, zoals nu geldt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Er kan dan gekozen worden tussen een variabele of een vaste uitkering. En zo’n vaste uitkering is een vreemde eend in de bijt in de flexibele premieregeling. Het voelt als een rondje door een vierkantje duwen.
 

Shoprecht ondergraaft het legitieme doel

Het bieden van een vaste uitkering zou voor pensioenfondsen een terugkeer naar het financieel toetsingskader (ftk) betekenen. En dit doet afbreuk aan de hele argumentatie om collectief in te varen. Immers, het creëren van zo’n uitzondering ondergraaft het legitieme doel van verplichte solidariteit om snel een nieuw en beter pensioenstelsel op te bouwen.
 

Collectiviteit loopt langzaam leeg

Naar verwachting zullen pensioenfondsen terughoudend zijn in het bieden van de mogelijkheid van een vaste uitkering. En de gepensioneerde die bij het invaren kiest voor de vaste uitkering? Die krabt zich alsnog achter de oren als zijn pensioenfonds hem naar een verzekeraar verwijst en die uitkering bij een verzekeraar blijkt vervolgens lager dan de huidige uitkering. Dat is niet alleen vervelend voor de gepensioneerden. Het betekent namelijk ook dat er barsten ontstaan in de solidariteit, met als gevolg dat de collectiviteit langzaam maar zeker kan leeglopen.
 

Niet vast maar stabiel

Om tegemoet te komen aan de behoefte van gepensioneerden aan een voorspelbare pensioenuitkering hoeven we niet per se vast te houden aan een vaste uitkering. Een betere oplossing zou zijn als pensioenfondsen bij een flexibele premieregeling de keuze bieden tussen een variabele uitkering en een ‘stabiele’ uitkering. Deze stabiele uitkering is dan een variabele uitkering met een lager risicoprofiel, die de vaste uitkering zoveel mogelijk benadert. Dit vergt niet het instandhouden van een ‘oud ftk’, waardoor pensioenfondsen eerder geneigd zullen zijn om ook deze vorm aan te bieden.

Dit geeft gepensioneerden de mogelijkheid om de regie over hun eigen financiële toekomst te houden. Maar dan zonder dat de solidariteit van het collectief of de legitimiteit van het invaren in gevaar worden gebracht. Zo wordt het uiteindelijk toch niet ieder voor zich en God voor ons allen.

Jeroen Röder
Jeroen Röder

Hoofd Pensioen Juridische Adviesgroep

Dossier Pensioenakkoord

De grote lijnen van het nieuwe pensioenstelsel zijn duidelijk. Maar zoals vaak schuilt de duivel in de details. Om besturen te helpen bij het maken van de juiste keuzes daarover, lichten onze specialisten in een serie blogs verschillende onderwerpen uit.